Loef

‘This song is about loef.’ Het duurt even voordat ik door heb dat de frontman van de coverband ‘love’ bedoelt. Hij draagt All Stars, een baggy spijkerbroek, zwart shirt en een petje schuin op zijn zwarte haar. Zijn medebandmembers zien er hetzelfde uit. Hun petjes staan recht.

Goed. Een liedje over loef. ‘You’re beautiful’ van James Blunt (Toch? Ik moet eens nummers en artiesten leren onthouden).

Het is een schattig trio, maar ik ben bang dat er geen carrière in de muziek voor ze is weggelegd. Cover na cover schalt het restaurant in. Vol overgave vals en in slecht Engels. Effiribuddie hoerts. Effiribuddie hoerts.

Ik vraag me af of het aso is om mijn iPod op te zetten. Ik denk van wel. De Amerikanen naast me klappen enthousiast na ieder nummer. ‘Red Hot Chili Peppers’ proberen ze. ‘Yeah, sure.’ Niet in het repertoire.

Ieder nummer wordt aangekondigd met ‘This one is from the nineties/eighties/sixties. I think. Hope you like it’. Dan spelen ze een Spaanstalig nummer. Hebben ze duidelijk veel meer plezier in. En talent voor. Ik vraag me af waarom ze niet alleen maar in het Spaans zingen. Marketing, vast. Vinden de toeristen mooi, covers uit de sixties/eighties/nineties. I think.

Ze sluiten af met een nummer in Spaans-Engels. Home sweet home klinkt het refrein. Iedereen zingt mee. Nog drie nachtjes.

Gister vroeg iemand me hoe lang ik voor mijn gevoel al weg was. Ik wist het antwoord niet. De tijd gaat maar een beetje aan me voorbij zonder dat het me iets zegt. Nog drie nachtjes.

Die ochtend heb ik ‘op Zanzibar’ gelegen. Fijn strand, fijn restaurant. Terwijl ik mijn yoghurt met muesli en fruit at, verzamelden er zich veel Nederlanders om mij heen. Ze kwamen allemaal voor de introductiecursus Curacao van de reismaatschappij.

Ik luisterde mee. Wie weet steek ik er nog wat van op, dacht ik. De reisleidster begon met wat algemene waarschuwingen. Niet te lang in de zon, veel water drinken, muggenshit gebruiken. Check. Zouden de gasten zich niet een beetje bemoederd voelen, vroeg ik me af. Zou ik wel hebben. Iedereen luisterde geïnteresseerd. Niet dus.

Ze vertelde over de shuttlebusjes die af en aan rijden naar de supermarkt, naar de restaurants (Argentijns, Italiaans, Steengrillen, heel druk tussen zes en zeven) en naar Willemstad. ‘Maar eigenlijk hoef je het resort hier niet af. Alles is hier.’ Een zucht van opluchting ging door de groep. Of misschien dacht ik dat te zien.

Ik hoorde haar niets vertellen over de duizendpoten, de gewapende overvallen of vliegende kakkerlakken.

Best relaxt, zo’n resort en zo’n dame die je altijd kan bellen. Ik dacht aan Linda die helemaal alleen hier naartoe kwam. Haar eerste huis was er één waarbij de woonkamer eigenlijk buiten was en de douche bewoond werd door spinnen en salamanders. Ze kwam zonder plan, had na een avond in de kroeg haar huur opgezegd en een ticket geboekt. Je moet het maar durven. Zij had geen reisleidster die ze dag en nacht kon bellen. En geen resort. Wat een bikkel. Het leven hier is niet makkelijk. Ja, zon, strand, happy hour. En dat maakt een hoop goed volgens Linda.

Na minstens 20 minuten in de weer te zijn geweest met factor 30 (zelf je rug insmeren is ingewikkeld) plofte ik neer op het strandbedje. Kluun was uit, ik begon aan ‘De Verbouwing’ van Saskia Noort. Ik nam me voor in Nederland weer meer te gaan lezen en hoopte dat dit nou eens een vakantievoornemen was dat stand zou houden.

Ik keek naar de zee. Je kon er via een trapje in. Af en toe klonk er een enthousiast ‘wow kijk’ of een angstig ‘oh mijn god’ van de snorkelende toeristen. Linda had me verteld over de twee barrakuda’s die aan de kust woonden. Ik hou van de zee, maar eigenlijk niet zo om in te zwemmen. Sinds mijn Nivea strandbal tijdens een vakantie in Griekenland in een halve minuut kilometers ver de zeehorizon werd ingeslingerd, is dat een beetje over. Ik was 6 en de zee was me veel te sterk. Dat ik een paar jaar later Jaws zag, heeft niet echt geholpen.

Ik besloot om lekker op het droge te blijven en telde de muggenbulten op mijn benen. 14. Ik vond het best meevallen.

Na drie uur vonden ik en mijn bleke huid het welletjes. Ik reed terug naar mijn tijdelijke huis. In één keer, just saying. Onderweg haalde ik bij Mirjam Griffioen, kunstenares en vriendin van Linda, mijn kadootje voor Emily op. Ze woont in een prachtig bont (en blauw) geschilderd huis in Linda’s straat. Binnen hangt het vol met vrolijk gekleurde schilderijen. Er moet meer kleur in mijn wit met grijze huis, bedenk ik me. Als ze laat zien wat ze gemaakt heeft, ben ik ontroerd.

De rest van de dag liep ik wat rond door de buurt voor foto’s. En bezocht wat winkels in de hoop een rokje te vinden dat mijn mangosapincidentje goed kon maken. Mission impossible als je niet van panterprint houdt. Of een rokje wil dat je billen bedekt.

Na nog wat zon op het terras, loop ik terug naar Mundo Bizarre. Met mijn boek nestel ik me in de grote fauteuil en bestel wat te eten. Het is acht uur. ‘This song is about loef.’ Nog drie nachtjes (inmiddels twee).

Auteur: minke

Schrijft. Graag. Mooie. Verhalen. Geboren in 1982. "Boring days are boring."

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze website gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.