Het concert des levens

“Van het concert des levens heeft niemand een program.” Het hing op zo’n mooi wit-blauw bordje in de woonkamer van mijn oma. Als klein meisje bracht ik uren door, mijmerend over de betekenis van deze spreuk terwijl de twaalf donkerbruine klokken van mijn oma duidelijk hoorbaar de tijd wegtikten en zij deze tijd doodde met het maken van Zweedse kruiswoordpuzzels. Nooit heb ik gevraagd wat het betekende. Ergens dacht ik dat ik er vanzelf wel achter zou komen.

En natuurlijk gebeurde dat. Want dat gebeurt iedereen. Ik denk nog vaak aan de kazige tegeltjesspreuk. Want zo is dat met tegeltjesspreuken; ze staan niet voor niets op een tegeltje. Ze staan er omdat ze waar zijn. Van het concert des levens… het klopt. Niemand weet wat het leven in petto heeft. Zomaar kan alles anders zijn. Je wint een jackpot, ontmoet de liefde van je leven – of van die dag-, koopt het huis van je dromen. Maar dat is niet waar het tegeltje over gaat.

Het zijn niet de momenten van geluk waar we bang voor zijn, het zijn de dramatische wendingen die ons angstig maken. Want: wat als? En dat is het; we niet weten wat. En we weten niet als. Drama ligt op de loer. Er kan van alles gebeuren. Elke dag. En dat het een keer komt, weet je. Je weet alleen niet wanneer of in welke vorm. Wat tegeltje zegt, is; leef gewoon. Want nu is nu, morgen weet je niet.

Gemakkelijk gezegd, lastiger gedaan, weet ik uit eigen ervaring. Want wat ben ik bang geweest. Helaas vaak terecht, ook nog. En dat is het: het hielp niet. Of ik nou bang was, of niet: dat wat gebeurde, gebeurde. We kennen het program niet, we gaan er ook niet achter komen. Ik heb het bang zijn opgegeven. Zo goed mogelijk. Dat concert des levens doet toch wel wat ‘ie zelf wil. Beetje violen, harde pauken, solo van de cellist. Soms binnen een paar minuten van  salonkamermuziek naar geluidenchaos.

En als het dan zo uit de hand loopt, het allemaal onhoorbaar en vals klinkt? Dat is het moment waar het eigenlijk om gaat, waar het er echt op aan komt. Iedereen krijgt een portie ongehoorzame muziek te verduren. Ouders die overlijden, kinderen die ons ontvallen. Kleinere uit de maat muziekmakerij. Dan kunnen we laten zien waar onze dirigentkwaliteiten liggen. Leven gaat niet over het program kennen, het gaat om zachtjes kunnen meedeinen met de muziek en af een toe eens keihard, onbehoorlijk dansen. Trakteer jezelf op en prachtige aria,  juist als het even heel erg tegenzit. Geniet af en toe van een korte stilte en laat daarna alles aanwellen als nooit tevoren.

Vergeet het program. Vergeet gewoon niet te luisteren. En te dansen. Vergeet niet dat de mooiste muziek wordt gemaakt in tijden van totale chaos. Want dat is uiteindelijk de kunst: groot drama kunnen omdirigeren in een prachtig concert. Geen gemakkelijke klus, maar wel ééntje om na te streven wat mij betreft. Want als het lukt. Als dat lukt. Pijn, verdriet, woede, angst meenemen, loslaten en omvormen tot een nieuw, niet eerder gehoord couplet. Dan kan je echt helemaal niets meer gebeuren.

Deze column schreef ik voor het programma Hemelbestormers op Radio 2. Ik las het voor op 29 juni. Het fragment kun je bekijken via deze link of bekijk de video hier