Dubai #2 The Metro

Na een korte nacht schuiven we aan bij het ontbijt. Tot onze opluchting zitten hier normale mensen, de kortgerokte dames zijn nergens meer te bekennen. We drinken heerlijke koffie en eten zoetigheden tussen een internationaal gezelschap. We zijn het witst en het Westerst.

Na het ontbijt kijken we elkaar wat vragend aan. Want: wat te doen? Waar te beginnen? Dubai heeft veel, heel erg veel. We hebben geen idee waar ons hotel zich bevindt ten opzichte van de rest, we weten ook niet precies wat de rest precies moet zijn. We besluiten uiteindelijk te beginnen bij wat wij denken dat het middelpunt is: Burj Khalifa. Het hoogste gebouw van de wereld. En om een beetje beeld te krijgen van onze omgeving bedenken we te beginnen met een wandeling en dan verder te zien.

Buiten is het 28 graden. Ik draag een zwarte legging tot op mijn enkels, een rok, een wijd shirt zonder zicht op BH bandjes en heb voor de zekerheid een vest en sjaal in mijn handtas. Ik ben benieuwd hoe deze outfit het houdt in de openbaarheid als wel als met deze temperatuur. Na drie meter wandelen voel ik het zweet prikken. Overal.

Ik heb weinig referentie op straat, want in het half uur dat we lopen, zie ik honderden mannen en geen enkele vrouw. Wel 15 auto’s met een waarde boven de ton, 54 telefoonwinkeltjes, 33 bijna-ongelukken, wordt er iedere minuut een paar keer geclaxonneerd en voel ik vele paren ogen over mijn lijf glijden. Ze staren. De mannen. Niet uit lust, uit iets wat ik niet goed kan plaatsen. Het is niet per se intimiderend, het is hooguit wat ongemakkelijk. Ik heb me zelden zo in de minderheid gevoeld als daar, als enige vrouw op straat en nog behoorlijk wit ook. Bovendien: we zijn gemiddeld twee en drie koppen groter dan de rest.

Het valt op dat Dubai niet is ingericht op voetgangers. Een zebrapad zonder voetgangerslicht betekent rennen voor je leven. De SUV’s ontzien niets of niemand. Is er wel een voetgangerslicht? Dan sta je met gemak tien minuten te wachten voor je mag. We moeten stukjes over straat lopen bij gebrek aan stoep. Lopen is voor paupers, blijkbaar.

We bereiken een plein met drie futuristische gebouwtjes. Hun schuine daken glimmen in het zonlicht. We zien er mensen in en uit lopen en bedenken dat dit de metro zou kunnen zijn waar we over hebben gelezen. Het lijkt ons veiliger dan blijven wandelen tussen de terreinwagens.

De vriendelijke mevrouw bij de informatiebalie legt ons uit dat we een dagkaart kunnen kopen voor 22 AED (ongeveer 5 euro) en dat we dan met alle treinen en bussen kunnen. Dat doen we. Dubai Metro; we zijn benieuwd.

Op de idioot abstracte metrokaart puzzelen we uit waar we moeten opstappen en overstappen. De brandschone lift blaast ons naar het brandschone perron en twee minuten later stappen we de brandschone metro in. Twee mannen staan gelijk op om ons te laten zitten. Dat voelt wat ongemakkelijk, maar weigeren zou misschien een belediging kunnen zijn. Dus gaan we zitten.

Na een tijdje ondergronds, verschijnen er plotseling enorme torens links en rechts. We metro-en door het Financial District. Alles wat we zien is hoog en groot. Dit is het Dubai van tv en uit de bladen. De laagbouw telefoonwinkelstraatjes bij ons hotel liggen in het oude gedeelte. Hier wordt er minder gestaard en zijn er wel degelijk vrouwen. De aanwezigheid van zoveel hoog en groot maakt ons stil en nederig. Vanaf dan ongeveer onze permanente staat van zijn. In Dubai.

IMG_0635.JPG

Dubai #1 verrassend ontvangst

Ietwat verfomfaaid komen we rond enen ’s nachts aan in het hotel. Een vlucht van bijna zeven uur en een chaotisch druk Dubai Airport maken je niet per se mooier. Bovendien zweet ik me dood in mijn better-safe-than-sorry-lange-mouwen-lange-pijpen-lange-sjaal-outfit. De kledingvoorschriften liepen nogal uiteen op de verschillende websites die ik ter voorbereiding bezocht. Schouders, knieën bedekt behalve in het hotel, wel in de Mall, soms ook niet, eigen inzicht, ik ben in ieder geval bedekt. En heb het snikheet.

Bij de receptie is het niet heel druk, maar de man die de night shift draait is veel aan het bellen. Ik besluit een wc te zoeken, want ik moet al plassen vanaf dat we boven Iran vlogen. Onze koffers zijn al keurig op een trolley gezet en wordt bewaakt door één van de vijf (!) bell boys.

Als ik de lobby weer in wandel is het beduidend drukker. Naast mijn lief staan nu drie dames met rokjes tot net over hun venusheuvels. Hun nepwimpers raken zacht hun wenkbrauwen, elke keer als ze zwoel knipperen. Koraalrode glans glimt op hun volle lippen. Ik voelde me al niet supersexy met mijn statische KLM haar en droge vlieglippen. Nu voel ik me de in één klap de meest saaie vrouw op aarde. Mijn vriendje kijkt nogal ongemakkelijk en dwangmatig alle kanten op, behalve die van de dames. Een voor een vragen ze om “my passport” en vertrekken vervolgens uit de lobby met aan hun arm een uit het niets opdoemende zakenman.

We wisselen snel blikken uit en weten natuurlijk allebei wat hier aan de hand is. Dubai. Waar alles blijkbaar mag, ook als het niet mag. Een gedoogbeleid waarvan ik dacht dat we dat alleen in Nederland konden.

Het inchecken lukt uiteindelijk en we worden door bell boy #4 naar onze kamer geleid. De glazen lift brengt ons en onze bagage razendsnel naar de vierde verdieping van het ultramoderne hotel. De bell boy wil ons graag even de kamer en bijbehorende faciliteiten uitleggen als hij onze koffers heeft uitgeladen en neergelegd. Nou ja. Aan “ons” is wat overdreven. Het is “Sir” voor en “Sir” na. Als ik een grapje maak over de automatisch bedienbare lampen negeert hij deze vakkundig en knipoogt hij naar de “Sir”. Hij lijkt het maar vreemd te vinden dat ik uberhaupt interesse toon voor wat hij uitlegt. Hij kijkt dan ook verward als ik hem fooi geef na de tour en sluit wenkbrauwfronzend de deur bij vertrek.

Bij nadere inspectie komen we tot de conclusie dat er in deze tweepersoonskamer van alles maar één is. 1 handdoek, 1 badjas, 1 paar slippers, 1 glas, 1 tandenborstel. En dan valt ons kwartje. “Hij dacht dat ik een hoer was” zeg ik lachend. “Uh, ja. Daar lijkt het op.” Ik roep het beeld van de dames bij de receptie weer op, denk aan mijn eigen voorkomen en krijg de slappe lach. “Schat, dan denkt hij nu dat je zit opgescheept met én de meest saaie én de meest bemoeizuchtige hoer van heel Dubai”. We bellen voor extra handdoeken en drinken een welverdiende Corona onder het genot van opzwepende beats die doordringen vanuit de hotelbar.

Dubai is nu al een belevenis. En we zijn er nog maar net. IMG_0408.JPG

Alle dagen Kerst

kerstboom“Dit jaar”, ik heb het tegen mijn lief, “dit jaar maak ik met Kerst een echte kalkoen”. Hij kijkt mij verwonderd aan. De vrouw die nog geen pannenkoek kan bakken gaat zich toeleggen op een culinaire exercitie. Als ik me niet vergis, kijkt hij ook wat bangig. “Nee, echt” zeg ik. “Ik las een recept van die dame Witteman in een blad. Klonk als goed te doen. Duurt wel drie dagen.”

Ik weet niet wat het is, maar met dat ik ouder word, wordt mijn zucht naar Kerst groter. Ik had een aantal jaar een boycot, maar Kerst is back. En hoe. Ik verheug me ineens op dennennaalden, Kersthitjes en prikkende truien. Op kerstkransjes en feestelijke bubbels met kou buiten een een vuurtje binnen. Dit jaar ga ik er helemaal voor. Daarom kocht ik gister, op de eerste dag dat het met goed fatsoen kon, een Kerstboom.

Die boycot was trouwens niet zonder reden, want Kerst is lastig als je mist. Wie je dan ook maar mist. En het is ook niet per se dat het makkelijker wordt, maar misschien ben ik het meer gaan waarderen. Dat Kerst.

Mijmerend over mijn fantastische kalkoen die ik echt heus-en-zeker-weten ga maken, zigzaggend door het winkelend publiek, herinner ik me de Kerst van de Mislukte Kip. Die ging zo: elke Kerst nodigde ik mijn vader uit voor een maal. Hij was alleen en een aantal jaren alleen zonder echt huis. Dus kookte ik de sterren van mijn hemel en kocht wat extra cadeaus. Een trui, een tas met boodschappen, een kacheltje voor de onverwarmde boot waar hij een tijdje op sliep. De Kerst van de Mislukte Kip was niet anders; hij pakte cadeaus uit, we kletsten wat en ik had alles onder controle. Behalve dan de oven. Die stond een beetje aan de warme kant. Dus toen het perfect ingestelde kookwekkertje ging, tilde ik er met schaamrood op mijn wangen een volledig zwartgeblakerde kip uit. Ik denk niet dat ik ooit zo beteuterd heb gekeken, ik denk niet dat ik mijn vader ooit zo hard heb horen lachen. Samen peuterden we het zwart van het wit, goddank was het ding wel gaar. Mijn vader maakte nog een grap over dat het eten uit de vuilnisbak zo slecht nog niet was. En gelukkig hadden we wijn.

Met deze herinnering twijfel ik dan ineens wel aan het hele idee van het maken van die kalkoen, ik twijfel niet aan het plezier van mijn vader en mij tijdens onze Kerstavonden. En de glimmende ogen bij de cadeaus. Kerst is niet voor iedereen altijd een feestje.

Later die middag, in een warm, overvol café met een rode wijn een een bol glas bier, hebben we het maar even niet meer over de kalkoen, mijn lief en ik. We bedenken hoe we iemands Kerst een beetje fijner kunnen maken. Want, echt, er zijn een heleboel mensen die 25 en 26 december niet per se aan een fijngedekte tafel doorbrengen. Zelfs met huis, maar zonder bezoekende familie, kan het een ware beproeving zijn. Of met huis, met familie en zonder geld. Kerst is lastig als je mist.

En kleine beetjes helpen, dus wij helpen deze Kerst iemand een beetje. Een trui, een stuk kalkoen van een cateraar, een dinerbon, een flesje rood, een beetje gezelschap. Voor wie en wat precies weten we nog niet, maar dat we wat doen, staat vast. En ik zeg: als iedereen dat nou gewoon even doet dit jaar. Een klein gebaar, eentje maar…Kijk even om je heen of iemand iets nodig zou kunnen hebben om Kerst een stukje leuker te maken.

Dan kunnen we vanaf 2015 namelijk doen dat het alle dagen Kerst is. Want er is elke dag wel iemand die een klein gebaar kan gebruiken.

En waarom zouden we überhaupt alleen maar kalkoen maken in december? Oefening baart kunst, toch?

 

Dit was een column op Radio 2 voor het programma Hemelbestormers. Het fragment is hier terug te luisteren.
De andere columns voor Hemelbestormers vind je hier :).