Alle dagen Kerst

kerstboom“Dit jaar”, ik heb het tegen mijn lief, “dit jaar maak ik met Kerst een echte kalkoen”. Hij kijkt mij verwonderd aan. De vrouw die nog geen pannenkoek kan bakken gaat zich toeleggen op een culinaire exercitie. Als ik me niet vergis, kijkt hij ook wat bangig. “Nee, echt” zeg ik. “Ik las een recept van die dame Witteman in een blad. Klonk als goed te doen. Duurt wel drie dagen.”

Ik weet niet wat het is, maar met dat ik ouder word, wordt mijn zucht naar Kerst groter. Ik had een aantal jaar een boycot, maar Kerst is back. En hoe. Ik verheug me ineens op dennennaalden, Kersthitjes en prikkende truien. Op kerstkransjes en feestelijke bubbels met kou buiten een een vuurtje binnen. Dit jaar ga ik er helemaal voor. Daarom kocht ik gister, op de eerste dag dat het met goed fatsoen kon, een Kerstboom.

Die boycot was trouwens niet zonder reden, want Kerst is lastig als je mist. Wie je dan ook maar mist. En het is ook niet per se dat het makkelijker wordt, maar misschien ben ik het meer gaan waarderen. Dat Kerst.

Mijmerend over mijn fantastische kalkoen die ik echt heus-en-zeker-weten ga maken, zigzaggend door het winkelend publiek, herinner ik me de Kerst van de Mislukte Kip. Die ging zo: elke Kerst nodigde ik mijn vader uit voor een maal. Hij was alleen en een aantal jaren alleen zonder echt huis. Dus kookte ik de sterren van mijn hemel en kocht wat extra cadeaus. Een trui, een tas met boodschappen, een kacheltje voor de onverwarmde boot waar hij een tijdje op sliep. De Kerst van de Mislukte Kip was niet anders; hij pakte cadeaus uit, we kletsten wat en ik had alles onder controle. Behalve dan de oven. Die stond een beetje aan de warme kant. Dus toen het perfect ingestelde kookwekkertje ging, tilde ik er met schaamrood op mijn wangen een volledig zwartgeblakerde kip uit. Ik denk niet dat ik ooit zo beteuterd heb gekeken, ik denk niet dat ik mijn vader ooit zo hard heb horen lachen. Samen peuterden we het zwart van het wit, goddank was het ding wel gaar. Mijn vader maakte nog een grap over dat het eten uit de vuilnisbak zo slecht nog niet was. En gelukkig hadden we wijn.

Met deze herinnering twijfel ik dan ineens wel aan het hele idee van het maken van die kalkoen, ik twijfel niet aan het plezier van mijn vader en mij tijdens onze Kerstavonden. En de glimmende ogen bij de cadeaus. Kerst is niet voor iedereen altijd een feestje.

Later die middag, in een warm, overvol café met een rode wijn een een bol glas bier, hebben we het maar even niet meer over de kalkoen, mijn lief en ik. We bedenken hoe we iemands Kerst een beetje fijner kunnen maken. Want, echt, er zijn een heleboel mensen die 25 en 26 december niet per se aan een fijngedekte tafel doorbrengen. Zelfs met huis, maar zonder bezoekende familie, kan het een ware beproeving zijn. Of met huis, met familie en zonder geld. Kerst is lastig als je mist.

En kleine beetjes helpen, dus wij helpen deze Kerst iemand een beetje. Een trui, een stuk kalkoen van een cateraar, een dinerbon, een flesje rood, een beetje gezelschap. Voor wie en wat precies weten we nog niet, maar dat we wat doen, staat vast. En ik zeg: als iedereen dat nou gewoon even doet dit jaar. Een klein gebaar, eentje maar…Kijk even om je heen of iemand iets nodig zou kunnen hebben om Kerst een stukje leuker te maken.

Dan kunnen we vanaf 2015 namelijk doen dat het alle dagen Kerst is. Want er is elke dag wel iemand die een klein gebaar kan gebruiken.

En waarom zouden we überhaupt alleen maar kalkoen maken in december? Oefening baart kunst, toch?

 

Dit was een column op Radio 2 voor het programma Hemelbestormers. Het fragment is hier terug te luisteren.
De andere columns voor Hemelbestormers vind je hier :).

Kerst voor beginners

Vroeger zei ik altijd dat ik ‘niet zoveel met Kerst had’. Dat was, niet zo heel verrassend, vooral tijdens mijn puberteit. Twee dagen verplicht thuis. Winkels dicht. En ik mocht mijn panty met gaten niet aan. Toen ik wat ouder werd, kreeg ik een beetje meer Kerstgevoel. Twee dagen lekker thuis: fijn! Winkels dicht: heerlijk. Beetje zeuren over de ladder in mijn dure glitterpanty onder het genot van goede wijn. Ik groeide er langzaam in.

De Kerstdagen waren bij ons overigens nooit heilig. Wie er was, was welkom. En wie geen zin had, die kwam niet. Wie even geen ‘thuis’ had om Kerst te vieren, schoof aan. Of niet. En dat maakte ook niet uit. Het waren warme, fijne dagen.

Toen mijn moeder eens op wintersport was tijdens Kerst, moest ik mijn eigen Kerstfeest organiseren. Dat lukte prima. Ik kocht de grootste kip die ik kon vinden en nodigde mijn vader uit voor een Kerstdiner. Het was een goede avond. Als kerstcadeau gaf ik hem een trui. En hij mij een vijfliterfles Retsina.

Anderhalf jaar later ging die trui weer door mijn handen. Grijsblauwe wol met drie knoopjes. ‘Doe hem deze maar aan.’ De Kersttrui werd opbaartrui. Daar ging het qua Kerst al een beetje mis.

De laatste Kerst van mijn moeder was er één waar ik niet bij was. Er was een dubbele afspraak. Er zijn maar twee Kerstdagen, er waren meer ouders. Ik zei mijn moeder af. Want Kerst was bij ons niet heilig. En niemand wist van de laatste Kerst.

Daar ging het qua Kerst echt goed mis.

Vandaag is het Tweede Kerstdag 2011 en durf ik best te zeggen: ik heb heel erg veel met Kerst. Ik weet alleen niet zo goed hoe het moet. Er staat een Kerstboom. Er zijn Kerstliedjes. Er was een Kerstdiner, zelfs een glitterpanty. Maar daarmee is het nog geen Kerst.

Het voelt alsof ik overnieuw moet beginnen en Kerst opnieuw moet uitvinden. Dat is me dit jaar niet echt goed gelukt. Ik liep in mijn joggingbroek mijn ouders te missen. Niet echt heel gezellig.

Een cursus ‘Kerst voor beginners’ lijkt me dus wel op zijn plaats. Ik heb nog een paar jaar om te zorgen dat Emily haar eigen warme, fijne Kerstgeschiedenis heeft. En vanuit de grond van haar hart kan zeggen dat ze ‘er niet zoveel mee heeft’. Omdat ze uit wil met vriendinnen. En omdat ze haar panty met gaten niet aan mag. (De winkels zijn dan waarschijnlijk gewoon wel open.)

Ik zou dan trouwens zeggen dat ze wel heel veel heeft met Kerst. En dat ze daar nog wel achterkomt. Of niet. En dat dat ook goed is.